Finaal oogstbericht 2024

Finaal oogstbericht 2024

Met de overgang naar de nieuwe oogst van 2024 grotendeels afgerond, op enkele uitzonderingen zoals biscuitbloem na, kunnen we een overzicht geven van de kwaliteitskenmerken van tarwe, bloem, rogge en bakkerijproducten.

Eigenschappen tarwe en bloem:
Bij de tarwe en bloem zijn geen problemen gevonden met DON-schimmels of moederkoren (ergot). De valgetallen zijn gemiddeld iets hoger dan normaal, met een waarde van ongeveer 385 seconden. Dit heeft ons ertoe gebracht om in sommige recepten de hoeveelheid actieve mout licht te verhogen om de rijping in balans te houden.

Daarnaast zien we een lichte stijging in het asgehalte, variërend tussen 0 en 0,03%, wat aangeeft dat er iets meer mineralen aanwezig zijn.

Wat betreft de wateropname zijn de waarden grotendeels vergelijkbaar met de vorige oogst, al is er soms een kleine toename te zien van 0 tot 1%.

De verwerkbaarheid van de deegsoorten blijft goed dankzij de soepele eiwitten die de deegstructuur ondersteunen. De ontwikkeling van de degen verloopt over het algemeen vergelijkbaar met vorig jaar, soms zelfs iets sneller, waardoor de efficiëntie in het proces verbetert.

Voor volkorenproducten blijft een relatief hoge kneedenergie vereist. De tolerantie van het deeg blijft goed en het uiteindelijke productvolume is vergelijkbaar met dat van de vorige oogst, wat wijst op een stabiele kwaliteit van het eindproduct.

Eigenschappen rogge:
Wat betreft de rogge, constateren we ook een goede kwaliteit, met valgetallen die boven de 200 seconden liggen en een lichte stijging in de viscositeit vergeleken met de vorige oogst. Indien nodig passen we de viscositeit aan door toevoeging van actieve mout, om de consistentie te waarborgen. De waterbinding bij rogge is onveranderd gebleven ten opzichte van eerdere jaren, wat bijdraagt aan een stabiel verwerkingsproces.

Eigenschappen banket, zetdegen, cake, korst en kapsel:
Tot slot zien we in de categorie banket, zetdegen, cake, korst en kapsel een lichte toename in soepelheid van de degen, wat een positieve bijdrage kan leveren aan de verwerkbaarheid. Verder zijn er op deze gebieden geen noemenswaardige veranderingen ten opzichte van eerdere oogsten.

Met deze oogstkenmerken blijft de grondstofkwaliteit op een constant hoog niveau, wat zorgt voor betrouwbare resultaten bij de verwerking en in het eindproduct.